De militair BDL De eerste militairen die zijn aangeworven in een loopbaan beperkte duur (BDL) komen meer en meer in confrontatie met het einde van hun militaire loopbaan. Extra info is hierdoor ook geen overbodige luxe. De loopbaan De militairen BDL dienen in het actief kader onder een dienstnemingsstelsel. Bij zijn inlijving gaat de militair BDL een 8-jarige dienstneming aan. In het kader van een sociale promotie gaat de militair BDL echter een nieuwe 8-jarige dienstneming aan in zijn nieuwe hoedanigheid. Deze nieuwe dienstneming gaat in de dag waarop de betrokkene zijn nieuwe basisvormingscyclus aanvat. Let op! De militair BDL die, van rechtswege of op aanvraag, de eindeloopbaanperiode is begonnen, kan niet langer een aanvraag voor een sociale promotie indienen en kan dus niet langer genieten van de mogelijkheid om een nieuwe dienstneming aan te gaan als militair BDL. De dienstneming van de militair BDL wordt van rechtswege met één jaar verlengd, op voorwaarde dat hij op 31 december van het voorgaande jaar tot de geschiktheidscategorie A of B behoort en dat geen enkele statutaire maatregel tegen hem is uitgesproken. Het totaal van deze verlengingen mag niet meer dan 4 jaar bedragen. De korpscommandant stelt de betrokken militair BDL uiterlijk 3 maanden vóór de einddatum van zijn huidige dienstneming schriftelijk in kennis van de verlenging van de dienstneming met één jaar. De militair zal deze ondertekenen voor “gezien en kennisgenomen”. Let op! Indien de militair BDL zijn dienstneming niet wenst te verlengen, kan hij zijn eindeloopbaanperiode vragen voor de resterende duur van zijn dienstneming of kan hij vragen te genieten van EEN jaar eindeloopbaanperiode. De dienstneming van de militair BDL kan worden verlengd voorbij de maximumduur van de dienstneming. Deze uitzonderingsregels staan vermeld in de SPS (zie Ref). Voortgezette vorming De onderofficier BDL van het niveau C kan, noch tot de vervolmakingscursus, noch tot het examen voor overgang naar de graad van 1SgtMaj, waaraan de beroepsonderofficier van het niveau C met het oog op zijn benoeming tot de graad van 1SgtMaj deelneemt, worden toegelaten. De onderofficier BDL van het niveau B kan niet tot de vervolmakingscursus, waaraan de beroepsonderofficier van het niveau B deelneemt met het oog op zijn benoeming tot de graad van AdjtChef, worden toegelaten. De officier BDL kan worden toegelaten tot de basisstafvorming. Hij zal via dezelfde procedure als de beroepsofficieren worden opgeroepen. Tijdelijke ambtsontheffing De tijdelijke ambtsontheffing van een militair BDL kan slechts in de volgende gevallen plaatsvinden: 1. Op verzoek van de betrokkene, wegens persoonlijke aangelegenheden (TAPA) of om gezinsredenen (TAGezinsR); 2. Om gezondheidsredenen (TAGR); 3. Bij tuchtmaatregel (TATM). Verbreking van de dienstneming van rechtswege De dienstneming van de militair BDL wordt van rechtswege verbroken wanneer hij: 1. geen onderdaan meer is van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat, of, in toepassing van de wet van 15 Dec 80 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, het voorwerp uitmaakt van een beslissing tot verwijdering van het grondgebied, terugwijzing, of uitzetting; 2. een dienstnemingsakte ondertekent in een andere hoedanigheid van kandidaat-militair van het actief kader; 3. definitief op pensioen wordt gesteld wegens lichamelijke ongeschiktheid; 4. zonder uitstel levenslang of tijdelijk wordt ontzet uit één van de rechten opgesomd in het Strafwetboek; 5. de hoedanigheid van kandidaat-militair BDL verliest overeenkomstig de bepalingen met betrekking tot het niet slagen tijdens de basisvorming; 6. het oriëntatieverlof heeft opgenomen voor de militair BDL in ELP met minder dan 84 maanden actieve dienst; 7. het reclasseringsverlof heeft opgenomen; 8. niet minstens het volgende medische profiel behoudt: a. voor de officier BDL en de onderofficier BDL: P3 S3 I3 V3 C3 A2 M1 E2; b. voor de vrijwilliger BDL: P3 S3 I3 V3 C3 A2 M3 E3; c. en daarenboven voor de militair BDL van de marine: G2 Y3 K3 O3. De verbreking van de dienstneming van rechtswege heeft uitwerking van zodra de toestand zich voordoet die ertoe aanleiding geeft. Verbreking van de dienstneming van ambtswege 1. De dienstneming van de militair BDL wordt van ambtswege verbroken wanneer hij, volgens de uitspraak van de militaire commissie voor geschiktheid en reform of van de militaire commissie van beroep voor geschiktheid en reform, niet langer voldoet aan het minimum medisch profiel. 2. De dienstneming van de militair BDL of van de kandidaat militair BDL kan van ambtswege worden verbroken door tussenkomst van een autoriteit als hij: a. deze dienstneming heeft aangegaan op grond van een valse verklaring; b. veroordeeld wordt, met of zonder uitstel, tot een militaire gevangenisstraf van ten minste één maand wegens een misdrijf dat volgens het Militair Strafwetboek strafbaar is; zich aan ernstige, met zijn staat van militair niet overeen te brengen, feiten schuldig heeft a. gemaakt of wanneer zijn gedrag of zijn wijze van dienen manifest onvoldoende is; b. het voorwerp uitmaakt van een beslissing van ongeschiktheid genomen ingevolge één of meerdere medische selectieonderzoeken, waarvan de uitslag niet beschikbaar was vóór de datum waarop de dienstneming aanving; c. uit zijn specifieke cyclus basisvorming moet worden verwijderd wegens de weigering of de intrekking van de vereiste veiligheidsmachtiging; d. meer dan 21 opeenvolgende dagen onwettig afwezig is. Toelating tot het reservekader De militair BDL die niet opgenomen wordt in een andere personeelscategorie van het actief kader, waarvan de dienstneming is verstreken of op aanvraag werd verbroken nadat hij voor zijn instructieperiode is geslaagd, wordt van rechtswege opgenomen in het reservekader voor een duur van tien jaar, in de personeelscategorie die overeenstemt met de categorie van militair BDL waartoe hij behoorde. Hij wordt met zijn graad en zijn anciënniteit in deze graad in het reservekader opgenomen. Hij wordt na de reservemilitairen met dezelfde graad en anciënniteit gerangschikt. De eindeloopbaanperiode Naargelang het geval, vangt de eindeloopbaanperiode van een militair BDL aan: 1. op zijn verzoek, ten vroegste op de 1e dag van de 61e maand van werkelijke dienst, of ten vroegste op de 1e dag van de 61e maand van werkelijke dienst vanaf de dag waarop de nieuwe cyclus basisvorming is begonnen voor de militair BDL die van een sociale promotie geniet. De aanvraag moet worden ingediend via Mod B, ten laatste drie maanden vóór de maand waarin de militair BDL zijn eindeloopbaanperiode wenst te laten aanvangen. 2. Van rechtswege, op de 1e dag van het vierde jaar van de verlenging van zijn dienstneming. In dit geval moet er geen Mod B worden ingediend. 3. Van rechtswege, op de 1e dag van de terbeschikkingstelling met het oog op een overplaatsing naar een andere openbare werkgever. In de eerste twee hierboven bedoelde gevallen duurt de ELP maximum één jaar. Tijdens de eindeloopbaanperiode kan de militair BDL, die geen overplaatsingsproces naar een openbare werkgever is begonnen, genieten van een beroepsomschakelingsprogramma gericht op de externe arbeidsmarkt om een job in de wacht te slepen na het einde van zijn dienstneming, hetzij in de privésector, hetzij in de openbare sector of als zelfstandige. Het beroepsomschakelingsprogramma omvat de volgende ondersteunende acties en maatregelen: a. een informatiefase; b. een geïndividualiseerd programma loopbaanoriëntatie; c. in voorkomend geval, een vormingsverlof; d. in voorkomend geval, een vormingskrediet; e. in voorkomend geval, een oriëntatieverlof; f. in voorkomend geval, een reclasseringsverlof; g. een reclasseringspremie. (a) Informatiefase Aan het begin van de eindeloopbaanperiode geniet de militair BDL van een informatiefase die, in volgorde, het volgende omvat: (1) een informatiebijeenkomst, georganiseerd door DG HR, teneinde alle nodige inlichtingen te verschaffen voor het volbrengen van een beroepsomschakelingsproces. (2) een individueel evaluatiegesprek dat hem in staat moet stellen om zijn sterke punten en zijn kansen om een job te vinden buiten Defensie te kunnen beoordelen en om, in voorkomend geval, een plan op te maken om bijkomende kwalificerende vormingen te volgen, evenals een geïndividualiseerd programma loopbaanoriëntatie. De informatiebijeenkomst en het evaluatiegesprek dienen te worden beschouwd als dienstactiviteiten. Tijdens deze fase kiest de Mil BDL de startdatum van zijn oriëntatieverlof. De informatiefase start de eerste dag van de eindeloopbaanperiode en duurt EEN maand. (b) Geïndividualiseerd programma loopbaanoriëntatie Het geïndividualiseerd programma loopbaanoriëntatie omvat, afhankelijk van het geval, een loopbaanbegeleiding, een loopbaanoriëntatie en een plan om bijkomende kwalificerende vormingen te verwerven. Het aanleren van communicatievaardigheden en -technieken in het kader van het zoeken naar een nieuwe job zullen worden behandeld, zoals bijvoorbeeld het opstellen van een curriculum vitae (cv), het opstellen van een sollicitatiebrief of het voorbereiden van sollicitatiegesprekken. Op basis van de inlichtingen geleverd door de betrokkene, moet de betrokken openbare instelling of het beroepsomschakelingsbureau in staat zijn om de bij Defensie verworven competenties en vormingen te valideren en de betrekkingen te identificeren waarvoor hij zou kunnen solliciteren. In voorkomend geval, zal hij de mogelijkheden voorstellen en identificeren om bijkomende kwalificerende vormingen te volgen die hem in staat stellen bepaalde vormingen gegeven door Defensie te laten erkennen. Hij zal ervoor zorgen zijn inschrijving voor en zijn voorbereiding op de beoogde beroepsopleidingen te vergemakkelijken. De deelname aan deze fase is facultatief. Het wordt niettemin ten zeerste aangeraden, daar deze de militair een geïndividualiseerde voorbereiding biedt op zijn integratie op de arbeidsmarkt. De militair kan echter verzaken aan deze begeleiding en vragen onmiddellijk te genieten van het oriëntatieverlof. (c) Vormingsverlof Het vormingsverlof is beschreven in DGHR–REG–TRAVARB-001. (d) Vormingskrediet Tijdens zijn eindeloopbaanperiode, op basis van het vormingsplan opgesteld in overleg met de openbare instelling of het beroepsomschakelingsbureau, kan de militair BDL genieten van een vormingskrediet van maximum 1.850 euro (niet geïndexeerd bedrag, te indexeren volgens spilindex 138,01). Worden als inschrijvingskosten aanvaard: alle inschrijvingsgelden die door een vormingsinstelling aangerekend werden, de kosten gerelateerd aan het aanschaffen van de door de vorming vereiste syllabi en materieel, beperkt tot een bedrag van maximum 250 euro (niet geïndexeerd) per vorming en de administratieve kosten gerelateerd aan het behalen van een rijbewijs of elke andere vergunning. (e) Oriëntatieverlof Het oriëntatieverlof is beschreven in DGHR–REG–TRAVARB-001. Let op! De Mil BDL die zijn oriëntatieverlof is gestart, kan niet langer verzaken aan zijn ELP, dit wil zeggen dat het ELP-proces onomkeerbaar is tot het einde van zijn dienstneming. De militair BDL die Defensie reïntegreert na een mislukte poging tot overplaatsing naar een openbare werkgever start zijn oriëntatieverlof de eerste werkdag volgend op zijn reïntegratie. In voorkomend geval, zal de duur van zijn ELP met één maand worden verlengd opdat hij van het oriëntatieverlof zou kunnen genieten. Hij reïntegreert dus slechts voor EEN maand en zal Defensie op het einde van deze periode moeten verlaten. (f) Reclasseringsverlof Het reclasseringsverlof is beschreven in DGHR–REG–TRAVARB 001. (g) Reclasseringspremie Na afloop van zijn eindeloopbaanperiode, nadat de verbreking van zijn dienstneming uitwerking heeft, ontvangt de Mil BDL een reclasseringspremie. Het bedrag van de reclasseringspremie wordt bepaald als volgt: 1. Voor de Mil BDL die minstens 60 maanden werkelijke dienst heeft volbracht: 6 maal het bedrag van de laatst ontvangen volledige maandwedde; 2. Voor de Mil BDL die minstens 72 maanden werkelijke dienst heeft volbracht: 8 maal het bedrag van de laatst ontvangen volledige maandwedde; 3. Voor de Mil BDL die minstens 84 maanden werkelijke dienst heeft volbracht: 12 maal het bedrag van de laatst ontvangen volledige maandwedde; 4. Voor de Mil BDL die minstens 108 maanden werkelijke dienst heeft volbracht: 13 maal het bedrag van de laatst ontvangen volledige maandwedde; 5. Voor de Mil BDL die minstens 132 maanden werkelijke dienst heeft volbracht: 14 maal het bedrag van de laatst ontvangen volledige maandwedde. De overplaatsing De militair BDL kan ook genieten van een overplaatsing die erin bestaat hem te laten overgaan naar het statuut van rijksambtenaar of naar een gelijkaardig statuut in een overheidsdienst. Voor de definitieve overplaatsing is er desgevallend een fase van terbeschikkingstelling waar de Mil de vereiste opleidingen en stage volgt om zijn nieuwe functie uit te oefenen. Let op! De overgeplaatste Mil BDL heeft geen recht op de reclasseringspremie, het vormingsverlof en het vormingskrediet. In het geval voortijdig een einde wordt gesteld aan de voorafgaande terbeschikkingstelling of bij reïntegratie in het kader van het project veiligheidsagent van de politie (project DAB), geniet de militair BDL van rechtswege van het oriëntatieverlof. Het oriëntatieverlof start de dag die volgt op deze waarop een einde wordt gesteld aan de terbeschikkingstelling of de dag die volgt op deze van de reïntegratie in het geval van het project DAB. In dit geval heeft de Mil BDL recht op de reclasseringspremie. Attest A en formulier C4 Teneinde de hoedanigheid van begunstigde van het Belgische socialezekerheidsstelsel vast te stellen, levert Defensie aan de militair die Defensie verlaat een attest A en een formulier C4 af die als volgt moeten worden gebruikt: 1. Het attest A moet worden overhandigd aan de verzekeringsinstelling (Belgisch ziekenfonds) van zijn keuze of aan de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV); 2. Het formulier C4 moet, via zijn vakbond of via de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW), aan de regionale arbeidsdienst worden overhandigd. Dit document zal het mogelijk maken, zelfs eventueel in de toekomst, een beslissing te nemen met betrekking tot het recht op werkloosheidsuitkeringen. Let op! Indien, binnen de 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de terugkeer in het burgerleven, niet is voldaan aan één van de hierboven vermelde voorwaarden is het niet langer mogelijk, geheel of gedeeltelijk, aanspraak te maken op de voordelen van de sociale zekerheid. Het attest A en het formulier C4 zijn dan waardeloos. Bron: DGHR—SPS-BDL-001-12/3/19